Konraad Oen schrok zo dat hij zijn hete koffie liet vallen en zich verbrandde. ‘Jammer, ik droom niet’, zei hij, terwijl hij zijn voet in de frigo stopte. De paniek was zo groot dat iedereen de fabriek verliet. En dat was niet alles. Er was een lek. Alle tandpasta drupte eruit en het blubbermonster gleed over de tandpasta. En overal waar hij over gleed werden tandpastamonsters gecreëerd. Het waren er eerst tien, neen, twintig, veertig, tachtig, honderdzestig, driehonderdtwintig, zeshonderdveertig, duizendteehonderdtachtig. Het hield maar niet op! Het leger werd gemobiliseerd. Maar dat was niet alles. Er verscheen een blubbermonster van 250 meter op het dak van de fabriek. Hij vernietigde met gemak alle tanks, vertrappelde het geschut terwijl hij ganzenbord speelde, haalde tweehonderd vliegtuigen neer terwijl hij een krant las en maakte duizend soldaten een kopje kleiner terwijl hij een middagdutje deed. Plotseling gooiden de soldaten een atoombom. Maar het 250 meter grote blubbermonster gooide hem terug! Hij ontplofte 60km verder in een andere stad. Terwijl de atoombom ontplofte gooide het 250m grote blubbermonster 25 raketten en zes atoombommen terug terwijl hij de polka danste. Niet lang daarna gaf het leger zich over. De blubbermonsters gebruikten hen als slaven om een heel groot gebouw te bouwen waar alle blubbermonsters in konden wonen.
EINDE
CAMIEL
Recente reacties